verslag 2 - Reisverslag uit Tétouan, Marokko van Rienencorryoppadmetdecaravan - WaarBenJij.nu verslag 2 - Reisverslag uit Tétouan, Marokko van Rienencorryoppadmetdecaravan - WaarBenJij.nu

verslag 2

Door: Rien en Corry

Blijf op de hoogte en volg

18 Januari 2016 | Marokko, Tétouan

Dag lieve mensen in Nederland,
Hier in Fès is het vandaag maandag, 18 januari.
We zijn inmiddels ruim een maand onderweg en alweer 2 weken in Marokko. Op een enkel buitje na is het prachtig weer. Veel zon en rond de 20ᵒ. Heerlijk. Wel is Marokko een serieus andere wereld en dat is voor ons, westerse vogels, behoorlijk wennen. De Islam met al zijn praktische voorschriften, de traditionele gebruiken van de bevolking, het gebrek aan interesse voor hun eigen leefomgeving, de armoe, het analfabetisme, de gebrekkige hygiënische voorzieningen en zover wij tot hier kunnen zien, toch ook het gebrek aan vrijheid. Hier valt nog een enorme klus te klaren!
Maar we genieten ook van de vriendelijke behulpzame mensen die we ontmoeten, de bijzondere dingen die we zien en meemaken en de mogelijkheid om in dit land te kunnen rondreizen.
Voor wie over onze ervaringen wil lezen sturen we vandaag verslag 2 en 3. Dank iedereen voor de reacties op onze site en in onze mailbox. En vanuit een bijzonder land sturen wij iedereen onze lieve groeten, Rien en Corry

Verslag 2
Dinsdag, 29 december
9.00 uur. De wereld is doorweekt. Wat heeft het gehoosd vannacht! Slecht geslapen natuurlijk en lastig met opbreken. Buiten zit alles onder het opgespatte zand en het is laveren om binnen ook niet alles onder de blub te sjouwen.
Nu schijnt de zon weer en we zijn onderweg naar Tarifa, 270 km. Lekker hoor. Tis mooi weer lang genoeg geweest, 8 dagen op dezelfde plek. Tanken en even langs de Carrefour in La Palma. We halen toch het kacheltje op waarover we twijfelden of we het zouden aanschaffen.
Nu rijden we op de A1 naar Sevilla. De tom-tom is weer helemaal bij de tijd. Mooi gemakkelijk, het scheelt een hoop gezoek. De olijfboomgaarden dampen in het zonnetje.
De drukte valt mee. Om half elf zijn we Sevilla al voorbij en rijden we op de autopista naar Cadiz. Tijd voor een bakske. En zo aan het bakske zien we honderden ooievaars overkomen. Nou raak ik al lyrisch van één ooievaar, maar honderden joh, en ze blijven maar komen. Op weg naar hun foerageergebied? Het liefste zou ik nou op zoek naar waar ze blijven. Maar dat vindt Rien geen goed idee, dus rijden we verder door het vruchtbare akkerbouwgebied dat gevoed wordt door de Guadalquivir. Overal irrigatiegoten, enorme sproei installaties en witte haciënda’s. Langs de weg krijgt de witte brem al wat kleur.
Voorbij Cadiz gaan we op de N340, enkelbaans, maar niet druk. Het gebied is heuvelachtig en mooi afwisselend. Overal bloeien witte narcisjes.
Dichter naar de kust raakt het steeds meer bewolkt en af en toe miezert het.
Als we in Tarifa aankomen is het droog, maar grijs. Eerst maar even boodschappen doen en dan op zoek naar een camping. Er zijn er plenty. Waarom het hier zo belachelijk toeristisch is moeten we nog uitzoeken.
We kiezen voor camping Valdevaqueros. 9 Kilometer van de stad, maar wel een beetje buiten het voetengetrap. We kunnen hier zelfs de overtocht naar Marokko regelen. Installeren maar, en vervolgens de nieuwe kachel proberen. Het is een kleine radiator met thermostaat. 700 Watt. Op elke camping wel te gebruiken. Geen lawaai, mooie gelijkmatige warmte. “Wijs gekocht”, vindt Rien. Maar ik mis toch een beetje onze koffiemolen. Het geluid hoorde zo helemaal bij “lekker warm kneuteren”.

Woensdag 30 december,

Het weer heeft zich hersteld en we gaan eens kijken wat Tarifa te bieden heeft. Het stadje is genoemd naar Tariq ben Malik, een Moorse leider die hier landde tijdens de verovering van Spanje door de Moren in de 8e eeuw. Dit was het begin van de briljante beschaving van vroegmiddeleeuws Europa. De moren noemden Spanje “Al Andalus”. Wiskunde, architectuur en decoratieve kunsten bloeiden met als machtigste kalifaat Cordoba.
Tarifa is nog steeds de belangrijkste poort naar Noord-Afrika. Het oude centrum is een ommuurde vesting met aan de zeezijde het kasteel “de Guzmán. Hij was de aanvoerder van de christenen die in de 12e eeuw, tijdens de reconquista, de stad terug veroverden.
In de haven staan de twee kantoren van de maatschappijen die naar de overkant varen. We informeren er wat en horen dat de FRS Maroc een speciale eindejaars-aanbieding heeft. Scheelt €50,- met de prijs van de camping. De andere maatschappij “Intershipping”is €60- duurder. Dus kopen we maar meteen onze tickets bij FRC Maroc.
We lopen verder wat rond in het oude centrum. Een mooie kerk, gebouwd op de resten van een oude moskee. Smalle straatjes, witte huizen, veel terrasjes, een groep ouwe meiden die té gezellig met elkaar zingen en pret hebben. Punta de Tarifa, een pier met links de Middellandse zee en rechts de Atlantische oceaan. Plenty aanbiedingen voor dolphin- en whalewatching. Wat ons betreft: allemaal niet bijster interessant.

Donderdag, 31 december,
Oudjaar. Voor de middag breken we op en gaan foerageren in Tarifa. Er moet natuurijk wel wat extra wijn mee naar Marocco. Onder de klep en dan maar kijken hoe het afloopt.
Na de middag lopen we de camping af naar het strand. Prachtige baaien met schone witte zandstranden, ingeklemd tussen uitlopers van siërra’s.
Een stoere brede branding. Zon en wind. Niet al te druk. Tis heerlijk stappen op de vloedlijn en bij de rotsige uitlopers een beetje klunen. De valkuil is het opkomend tij. Je moet op tijd terug zijn in je eigen baai, anders moet je via de autovia. We redden het net!
De jaarwisseling gaat praktisch geluidloos aan ons voorbij. De camping is grijs en gaat op tijd naar bed. Wij doen een filmpje, een wijntje, een hapje en kneuteren lekker 2016 in.

Vrijdag, 1 januari
We weten niet wat de mogelijkheden zijn in Marocco, dus is het vandaag preventief: wasdag. Steken we lekker schoon over. Een laatste stevige wandeling langs de zee en zorgen dat we morgen soepel kunnen vertrekken.

Zaterdag, 2 januari
6 uur rammelt de wekker. Sodeju, het regent en het stormt.
Vooruit, aan de gang. Zorgen dat we om 9.00 uur kunnen varen zodat we op tijd aan de overkant zijn. Kunnen we rustig het douanegedoe afwerken en kijken hoe het met het verkeer werkt.
Het inschepen verloopt vlot. Het is slecht vaarweer en de crew is druk met plastic zakjes voor de pechvogels. Wij horen gelukkig eens een keertje bij de bofkonten. Hebben geen last.
Er is douane aan boord voor de paspoortcontrole. Dat scheelt straks in Tanger. Efficiënt volkje, die Marokkanen.
Binnen het uur zijn we aan de overkant. Hier, in de haven van Tanger moeten de formaliteiten rond het invoeren van de bus nog worden geregeld. Rien sjouwt kantoortje in, kantoortje uit. Er wordt hier nog ouwerwets gecontroleerd, zowel door de douane als door de politie. Nog effe in de bus kijken en de poort gaat open. De wijn gaat mee. Zucht! Altijd weer spannend, dat douanegedoe. Aardige jongens, hoor, maar ze kijken zo stroef. Nog in de haven is een bancomat waar we dirhams kunnen aanschaffen.
We zijn weer in Afrika. Daar gaan we, dwars door Tanger. En het weer is hier al niet beter dan in Spanje. Er zijn veel opbrekingen en het is druk. Opletten!
Dan zijn we de stad uit en rijden op de N13 naar Tétouan. Dubbelbaans, niet al te druk. De Rif, kaal heuvelachtig landschap. Wat herders met schapen of koeien. Veel ezels, zwaar beladen of wachtend op een vrachtje. Kleine handeltjes langs de weg. De meeste huizen zijn rechte blokken, met meestal maar één verdieping. Waren ooit wit. Het is hier platteland en het ziet er armoedig uit. Veel oudere mannen dragen nog een djellaba met puntkap. De vrouwen een kaftan met een omslagdoek. Jonge mannen en ook veel jonge vrouwen zijn gewoon westers gekleed. Bijna alle vrouwen dragen een hoofddoek, ook de jonge vrouwen.
Het heeft hier nog niet geregend. Af en toe prikt een bleek zonnetje door de bewolking.
Rond Tétouan wordt het drukker. Een echte stad met industrie en hoogbouw. Veel volk op de been en vooral veel volk dat hangt en zit. Een heuse wandelboulevard langs de rivier El Mtarba. Een universiteit. Er rijdt van alles rond en alles rijdt maar wat. Er wordt veel gecontroleerd, vooral op snelheid. Langs de weg veel goed onderhouden groen. Gebeurt allemaal handmatig. Ook het sproeien. Dat biedt nog eens werkgelegenheid.
Martil. Daar is de zee. Een brede boulevard. En daar is de camping “Al Boustane”. Klein gedoetje. Een rijtje Fransen en een paar Duitsers. Voorzieningen zijn sober. Wifi aan boord. Prima. Eerst maar even een bakske.
12.30 uur. Het is hier een uur vroeger dan in Spanje. De Muezzin roept op voor het middaggebed. Honden in de omgeving reageren huilend.
Na het bakske maar beginnen met wennen aan Marokko.

Zondag, 3 januari
Gisteren zijn we niet meer met wennen begonnen. We waren moe van al het gedoe en dan zijn we in ons busje lekker thuis. Lekker gegeten, lekker lam een filmpje gekeken en vroeg naar bed. We hebben heerlijk geslapen en nu zijn we helemaal fit om te gaan wennen.
Het weer is onstuimig. Snelle regenvlagen en harde wind. We gaan naar Tétouan. Het is zondag en we denken dat we wel met onze eigen bus kunnen. Het is vervelend dat de straatnamen in onze reisgids niet matchen met de tom-tom. We gokken op een grote boulevard en vandaar zien we wel verder.
We rijden door de buitenwijken van Martil. Een badplaats gehuld in blauw en wit. De N13, een belachelijk brede laan met palmen en veel te veel protserige lantaarntjes. De buitenwijken van Tétouan. Daar is een “Marjana” supermarkt. Effe kijken wat die te bieden heeft. Werkelijk alles wat je maar zoekt, behalve wijn.
Het centrum van Tétouan. Smalle eenrichting straten. En dan rijdt Rien zo een poort binnen.
“Joh, wat doe je”?
“Staat toch op die poort” zegt ie, “10 dirham”.
“Ja, en de rest is Arabisch”.
Pure mazzel dat het een parking is. Maar we staan wel mooi veilig en bewaakt voor 10 dirham te parkeren in het centrum van Tétouan.
We stappen de stad in. Avenue Mohamed V, Place Moulay El Mehdi. De toeristeninfo is gesloten. Houden dus toch de zondag als vrije dag. Het koninklijk paleis, (daar zijn er blijkbaar 5 van, verspreid over het land). Streng bewaakt. Achter het paleis begint de Medina. Daar gaan we maar niet ronddolen zonder gedetailleerdere kaart.
We kletsen met Omar, een Nederlandse Marokkaan. “Trotter, een must voor elke reiziger”? vraagt hij. We vallen niet zo’n klein beetje op hier. Omar is van Martil en hij is hier om een winkel in bedden op te zetten. Als hij dat rond heeft komt zijn vrouw ook hierheen. Hun 4 kinderen hebben hun leven in Nederland en blijven daar. Hij nodigt ons uit “voor een bakkie”. Tja, we zijn net hier. Onze reisgidsen waarschuwen voor louche praktijken. Juist deze omgeving staat bekend om zijn handel in kif. We kunnen Omar niet goed inschatten, dus het bakkie gaat niet door.
We lopen door de Mella, de oude Joodse wijk. Alle straatjes zijn er afgezet met bloempotten. Hier woonde ooit de grootste Joodse gemeenschap van Marokko. Het krioelt er van het leven, maar van Joden kunnen wij geen spoortje meer ontdekken.
Wat ons irriteert is het gedram van “gidsen”. Ze accepteren niet dat we geen gids willen. Ze lopen zeurend achter ons aan, maar we kunnen ze toch moeilijk om de oren slaan.
We vinden het mooi voor vandaag. We gaan op zoek naar de bus en rijden dan toch nog een stuk met de N13 langs de kust. Het blauw-wit, de palmen en de lantaarntjes gaan maar door. Enorme megalomane strandhotels, resorts, appartementencomplexen. Leeg!. Boulevards. Leeg! En wat er allemaal nog in aanbouw is…. Hier kunnen heel wat toeristen terecht. Maar hopen voor Marokko dat die ook gaan komen.
Al heel wat indrukken rijker rijden we terug naar Martil.

Maandag, 4 januari
De lucht ziet er onrustig uit. Er staat een onstuimige wind en we zien al vroeg een regenboog.
9.00 uur, we rijden naar Tétouan. We sporen rechtstreeks naar de parkeerplaats aan de Boulevard Zarktouni. Mooi, zoals onze vriend met zijn beperkte ruimte woekert. Hij plant nauwkeurig, neemt sleutels in en manoeuvreert de hele dag met auto’s. Je kunt er altijd in en je kunt er altijd ook weer uit.
We halen een kaart op de toeristeninfo en gaan daarmee naar de Medina, de oude stad. De Medina van Tétouan staat op de werelderfgoedlijst. Het is een doolhof van overdekte straatjes. De straatjes zijn geplaveid met ronde zwarte keitjes en overwelfd met ronde en spitse bogen van baksteen. De gewelven zijn opgevuld met een rooster van takken.
Er wonen verrassend veel mensen en de Medina biedt alles wat haar bewoners nodig hebben.
Al aan het begin gaat een man ons van alles uitleggen. Hij wijst ons op specifieke details en ongevraagd hebben we dan toch een gids. Hij loodst ons zo door de wijk dat we een beeld krijgen van hoe de mensen hier leven. Hij brengt ons in een weverij en bij een masseur die werkt met natuurlijke kruiden en oliën. Rien laat zijn nek behandelen. Prima vakwerk, dat moet gezegd. En we gaan buiten met een veel te dure massageolie. Buitengewoon prima vakwerk! We weten beter en toch zijn we er vet ingetrapt.
Onze gids laat ook wel ruimte voor dingen die we zelf graag zien. We horen kinderen zingen. Een schooltje? Het is zo pauze en moeders wachten tot hun kids buiten komen. De juf vindt het oké dat we even in haar klasje kijken.
De grote moskee, open voor het middaggebed, de souk van de leerlooiers, de leerlooierijen waar op het moment weinig gebeurt.
Door de Bab Sebta lopen we over de Arabische begraafplaats naar de Kashba, een fort boven de Medina om de wijk te beschermen. Door de wijk Al Aioun gaan we terug naar voor ons bekend terrein. Het is duidelijk dat onze gids het beu is en wij zijn hem beu. Ondanks aandringen wilde hij geen prijs noemen voor het gidsen. We hebben gezegd dat wij die dan bepalen. We vinden dat we veel hebben gezien en beseffen dat het niet handig is om deze Medina op eigen houtje te bestormen. We hebben een paar dingen geleerd en we betalen hem wat we dat waard vinden. We vragen het niet, maar hebben de indruk dat hij tevreden is.
Tijd voor effe rust en een bakske.
Daarna rommelen we op eigen houtje door de Rue de Fés, waar kleurrijke Berber-mensen dagelijks hun producten verkopen. Tijdens een bui schieten we een winkelhal binnen. Allemaal kleding en wat daar bij hoort. Allemaal winkeltjes van een paar m², volgepropt met allemaal meer van hetzelfde. Met een piepklein stoeltje voor de verkoper.
Buiten is de Rue de Fés verandert in een blubberzooi en we zijn trouwens ook wel vol voor vandaag. We halen de bus op. Onderweg nog even tanken en pinnen en terug naar ons plekje in Martil. Tétouan, geen verkeerd begin met het ontdekken van Marokko. Wat we vinden van de hygiëne en de cultuur? Daar moeten we nog even wat langer aan wennen.


Dinsdag 5 januari,
Het heeft gespookt vannacht. Regen, wind. Ons busje stond ervan te schudden. Nu is het droog, maar de lucht ziet er nog steeds heel dreigend uit.
9.30 uur. We zijn onderweg naar Moulay Bousselham aan de westkust. Om ons heen de donkere contouren van het Rifgebergte. Het is chaotisch druk. Tétouan is ook op weg. Naar school, naar het werk en met de handel naar de markt. Gerechtsdienaren fabriceren her en der een wegafzetting en gaan aan het controleren. Niet echt bevorderlijk voor de doorstroming.
Tétouan voorbij wordt het een stuk rustiger. Bij Dar Chaoui gaan we de R417 op, een enkelbaans-weg door de Rif naar de kust. Vrachtwagens die rare strapatsen uithalen. Overvolle taxi’s. Zompige bermen. Kleine souks. Ezelparkings. Koereigers en ooievaars. Je ziet hier nog eens wat. We drinken een bakske op een parkeerterrein bij een chauffeurscafé.
Er is best veel akkerbouw hier. Rond de souks braakliggend terrein voor de herders en de troep. Kijk, de gasboer komt vandaag. Overal kruiken aan de weg. Dan wonen daarachter toch ergens mensen. Joh, een stationnetje, zomaar tussen de akkers. Waar zou het spoor naar toe gaan?
De afslag naar Larache. De N1 loopt parallel aan de tolweg door een bos met kurkeiken. Veel handeltjes en vee langs de weg. In de verte zien we Larache en de oceaan.
De mond van de Loukosrivier, een vogelrijke moerasdelta. We rijden Larache binnen. Het is er druk en rommelig. Iedereen is onderweg naar de lunch.
Buiten Larache gaan we over op de P4214. Dorpjes, gelijk aan townships in een enorm tuinbouwgebied. Werk zat voor de bewoners, zo te zien. Het edele handwerk viert hier nog hoogtij. Het zal wel niet rijk betalen.
De R406 brengt ons in Moulay Bousselham, een kleurig zanderig dorp. Camping International Atlantis Gate. Aardige camping aan een lagune. Wel oud sanitair.
We zitten in het zonnetje en Rien meldt dat hij vandaag niet meer van huis gaat.




  • 18 Januari 2016 - 11:14

    Nel Koornneef:

    Hoi CorenRien,

    Leuk verslag, we leven met jullie mee.
    En nog de beste wensen voor '16!





















  • 18 Januari 2016 - 11:35

    Piet En Jeanne:

    Leuk van jullie te horen en je eerste ervaringen te lezen. Het is en blijft inderdaad voor ons westerlingen een cultuurschok. De kop is eraf. Het went erg snel, de bevolking daar heeft een relaxte manier van leven. We zijn benieuwd naar het vervolg van verslag 3. Ook de foto's zijn herkenbaar. Nog veel Marokkaans vakantieplezier gewenst.
    Een groet uit Waspik, Piet en Jeanne

  • 22 Januari 2016 - 22:58

    Marjan:

    Voor jullie nog de allerbeste wensen en veel reisplezier! Ga nu verslag 3 eerst lezen xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Marokko, Tétouan

Actief sinds 05 Dec. 2011
Verslag gelezen: 403
Totaal aantal bezoekers 38525

Voorgaande reizen:

10 December 2015 - 15 Maart 2016

Rien en Corry op zoek naar Marokko

21 December 2014 - 20 Maart 2015

Rien en Corry doen een rondje Italie

10 December 2013 - 10 Maart 2014

Rien en Corry in Zuid-Afrika

12 December 2012 - 01 April 2013

Toch weer met de caravan op pad

Landen bezocht: