verslag 3 - Reisverslag uit Kenitra, Marokko van Rienencorryoppadmetdecaravan - WaarBenJij.nu verslag 3 - Reisverslag uit Kenitra, Marokko van Rienencorryoppadmetdecaravan - WaarBenJij.nu

verslag 3

Door: rien en corry

Blijf op de hoogte en volg

18 Januari 2016 | Marokko, Kenitra

En hier is dan ook nog verslag 3. De site pakt niet de locatie in FèS waar we nu zijn. Jammer, want we zijn er toch echt. Lieve groeten van ons.XXXX

Woensdag, 6 januari
Moulay Bousselham. ’t Was doodstil vannacht en pikkedonker. We hebben heerlijk geslapen. De bewaker schuilt ’s nachts onder een zeiltje tegenover de voorzieningen. Hij ‘bewaakt” indrukwekkende sahara-bestormers, Duitse en Franse camper-slagschepen en een enkel Nederlands busje. ’s Morgens drinkt hij thee met zijn lief. Dan spant hij zijn paardje in en gaat de afvaltonnen legen. Zijn lief gaat de voorzieningen poetsen. Tja, voorzieningen. Met onze spekhaken en plastic zakken redden we ons wel. ’s Middags komt Ali met zijn geiten het gras maaien en Mechmed verkoopt verse aardbeien aan de deur. Mooi toch, zo’n campinkske.
Het weer ziet er prima uit. We gaan lekker wat rondrommelen in het dorp. Het vissershaventje, de boulevard, het strand. Een rif voor de kust maakt de branding woest en prachtig. Moulay Bousselham is een bedevaartsoord voor Marokkanen. Ergens moet de graftombe staan van Moulay Bousselham, een heilige uit de 10e eeuw. We weten niet wat hij heeft gepresteerd en kunnen zijn graf niet vinden. Rien denkt dat hij een struikrover was.
We lopen door de villawijk. Villa’s die de naam waard zijn en er zijn er nog maar zat in aanbouw.
Rond de lagune zijn moerassen. Er grazen koeien. Je kunt er lekker rustig stappen met een mooi uitzicht op de zee en het stadje. En overal bloeit en geurt de witte brem. Tegen het moeras ligt nog een woonwijk. Een stuk minder lux, dat wel. In het centrum is een kleine souk. Heel veel vliegen op het brood en de kippen.
Aan de boulevard lijkt het al een heus badplaatsje. Een enkel hotelletje, wat restaurantjes. Gezellig. Gelukkig nog geen grote hotelcomplexen.

Donderdag, 7 januari
9.00 uur. We breken op en gaan een kijkje nemen in Lixus of in Larache, dat weten we nog niet. Op de tolweg beslissen we dat het Larache wordt. Waarom? Het ligt het dichtste bij. Prima criterium, toch?
Larache ligt aan de monding van de Loukos-rivier en heeft een natuurlijke haven. Het stadje is gesticht in de 7e eeuw door Arabische overheersers en vervolgens zijn er alle zeerovende mogendheden wel langs geweest.
We parkeren bij een schooltje in de buurt van het centrum en gaan stappen. Beneden is de vissershaven, een kleurrijk mannenbolwerk. Langs de zee de onvermijdelijke visrestaurantjes. De medina is helemaal ommuurd. Aan de noordkant is de muur versterkt met een Portugees fort. We komen op de Place de la Libération. Daar is de Bab el-Khemis, de poort die naar de medina voort. Achter de poort ligt de Socco Chico, een supergezellig marktplein met arcaden. Vanaf de Socco Chico lopen kleine straatjes de medina in. Woonstraatjes met heel veel winkeltjes. We gaan niet verder dan de afslagen die we kunnen terugtellen.
Moe en tevreden vinden we de bus terug bij het schooltje. Wat een leuk stadje; schoon en gezellig. Terug op de camping in Moulay Bousselham hebben Franse plurken ons mooie plekje ingepikt. Die hebben schijt aan de campingcode van een afgebakende plek. Ons Frans is niet best, maar we denken dat ze begrepen hebben wat wij daarvan vinden.

Vrijdag, 8 januari
9.00 Uur vertrekken we uit Moulay Bousselham. De zon schijnt heerlijk. Overal zijn er al Ali’s op pad met hun kuddes. Op de velden is er volop bedrijvigheid. We gaan op weg naar Kénitra, 80 kilometer naar het zuiden. Met de tolweg maar eens vandaag. Eucalyptusbossen, plastic bananenkassen, rode akkers dus rode dorpjes. Bidonvilles, heten de townships hier. Soms een rijtje duinen. In de middenberm bloeit de witte brem. De Sebou, een grote rivier stroomt gezellig naar de oceaan.
En daar is Kénitra. Een ruime hoofdweg met dikke, dikke smog.
Camping La Chenaie, een stadscamping. Eerst een bakske en dan maar eens kijken waar we zijn aangeland. De camping staat behoorlijk vol en de voorzieningen zijn beperkt. Maar 1 warme douche waarvoor je de sleutel moet halen bij de receptie. Het gros van de elektriciteitsaansluitingen werkt niet. Dan moet je werken met dubbele stekkers en de ampères delen met de buurman. Er is geen internetontvangst.
We zijn vroeg en we scoren een plekje in de zon met, vooralsnog een werkende aansluiting.
We stappen de stad in. Kénitra is een jonge havenstad, gesticht in het begin van de vorige eeuw. Wij vinden een smerige stad, vol roet, stof en troep die voor ons niks te bieden heeft. Als je geen carapatiënt bent, dan word je het hier.
We gaan maar eens kijken waar we morgen naar toe gaan.

Zaterdag, 9 januari
Het was gisteravond nog lang onrustig op de camping. Veel mensen hadden geen elektriciteit. Er werd gefoeterd en in het donker moest toen een elektricien in de weer. Die droop uiteindelijk onverrichter zaken weer af. Allemaal gruwelijke ouwe zooi natuurlijk. Eindeloos mee geïmproviseerd en nou werkt er niks meer.
We worden wakker in een zeiknatte wereld. We gaan opbreken. Gegadigden voor ons plekje posten al voor onze bus. Rien ruziet op de receptie waar ze twee nachten denken te kunnen rekenen. Rien corrigeert ze fijntjes met hun eigen administratie. “hier staat dat we de 8e zijn ingeschreven, plurk.” Geen woord van excuus. Wegwezen. Geen prettige hoekje Marokko, hier.
9.30 uur. Nu rijden we met de N4 het binnenland in. We gaan naar Moulay Idriss. Eucalyptusbossen; die zijn hier veel aangeplant en worden gebruikt voor houtpulp. Goede weg, barslecht weer.
Een omleiding in Sidi Allal el Bahraoui. Een ongeluk. Zwaailichten genoeg en het ziet er zwart van het volk. Midden in niemandsland een enorm recreatie- annex sportcomplex in aanbouw, naast een legerplaats met volop eigen kippen. Een enkele sidi, kleine landbouwgemeenschap, waarvan sommigen zijn uitgegroeid tot stadjes met een regionale voorzieningenfunctie.
We nemen de afslag naar Meknès, de R 413, een slechte landbouwweg tussen akkers en boomgaarden. Bij elke tegenligger de berm in. We gaan de heuvels van het Zerhounmassief in. Een klein riviertje slingert mee met de weg. Elke m² wordt benut. Op de incourante stukken nog een olijfboom of wat cactussen. En als laatste komt dan altijd nog Ali met zijn kudde.
We gaan over op de P7022. Helemaal kapot gereden door de vrachtwagens van een steenfabriek. Zo, dit zijn nog eens de binnenlanden van Marokko. Ons busje ziet er niet meer uit.
We belanden in Zerhoun bij camping Belle Vue. Grote rust en vriendelijkheid. Keurig afgebakende plekken en overal elektriciteit. We lijken hier wel goed aangeland en nu zijn we ernstig aan een bakske toe. Geen wifi is een minpuntje, maar dat nemen we op de koop toe.
Ondertussen is de wereld weer opgeklaard en gaan we nog lekker een eind stappen. We zijn tevreden over vandaag en stoppen Kénitra maar onder het vloerkleed.

Zondag, 10 januari
8.00 uur. We zitten net aan het ontbijt en daar komt de boulanger met verse broodjes aan de deur. En in zijn kielzog komt Achmed met een glaasje thee. Mierzoet, dat wel, maar superleuk toch? En dan maar kijken of het met de douches lukt. Achmed heeft uitgelegd hoe het werkt en verdomd, het werkt.
En nou moeten we op zoek naar een supermarkt. Fruit, groenten en water lukt wel op de markt, maar Rien heeft toch wel graag zijn kwarkje. Richting Meknès verwachten we wel een Marjana. Dus niet. Stom, om het niet eerst aan Achmed te vragen. Doen we straks. De grote supers zijn tot 21.00 uur open, dus alle tijd.
Gaan we nu eerst naar Moulay Idriss, het belangrijkste bedevaartsoord van Marokko. Het stadje werd gesticht door Moulay Idriss, de stichter van het eerste Marokkaanse rijk en een directe afstammeling van Mohammed. Hij bekeerde de Berberstammen in deze streek tot de Islam en maakte van Moulay Idriss de hoofdstad van zijn rijk. Hij stierf in 791 en werd in zijn eigen stad begraven. In de 7e eeuw bouwde Moulay Ismaïl een monumentaal heiligdom voor hem. Het heiligdom is alleen voor Moslims toegankelijk. Niet Moslims kunnen naar het terras van de Sidi Abdallah el Hajjammoskee klimmen, vanwaar je uitzicht hebt op het mausoleum en de stad.
Wij klimmen, enne, ook nu weer met een gids. Ze zetten je zo gehaaid op het verkeerde been. Al lullend zorgt zo’n gast dat je al in de medina verdwaald bent voor je hem hebt kunnen afschudden. Goed, we zien dus het mausoleum vanaf het terras en met de veel te dure amandel-cakejes, ons aangesmeerd door een oom van de gids, is een lief klein meisje helemaal blij.
De markt en de souk voor het heiligdom zijn ook hier heel gezellig. We zien hoe Marokkaanse meiden hun handen laten versieren met henna. Een highschool meid, met een mond vol orthodontistisch ijzerwerk vertelt in vlekkeloos Engels hoe het werkt.
En nou gaan we echt op zoek naar een supermarkt. Effe terug langs de camping legt Achmed uit waar we een “Labelle Vie”” kunnen vinden. We sporen er zo heen en dan blijkt” Labelle Vie” een Carrefour te zijn. Alles te koop en met een kelder vol Marokkaanse wijnen!!

Maandag, 11 januari
Het is heerlijk weer en we gaan een kijkje nemen bij de ruïnes van de antieke stad Volubilis. De ruïnes liggen tegen een uitloper van het Zerhounmassief. Er werd gewoond vanaf de 3e eeuw voor Christus. In 45 na Christus werd de stad geannexeerd door de Romeinse keizer Claudius en werd het een van de belangrijkste steden van het toenmalige Tingitana, het noordelijke deel van het huidige Marokko. In de derde eeuw trokken de Romeinen zich terug en raakte Volubilis in verval. De locatie was al in de 18e eeuw bekend, maar de opgravingen zijn pas sinds het begin van de vorige eeuw serieus aangepakt. En nog pas is alleen het centrum van de stad blootgelegd. De site is 400.000 m² groot en ligt in een prachtig terrein. Het geheel geeft een goed beeld van het dagelijkse leven in de 2e en 3e eeuw na Christus.
We kunnen het legertje gidsen afschudden en gaan lekker samen op pad met het Capitool, een prima gids voor dit soort sites. We genieten van het weer, de prachtige omgeving en van wat er te zien is. We zien hoe elke gids in “het huis van de hond” hetzelfde gênante grapje uithaalt: elke man moet op de foto, zittend op een marmeren blok met tussen zijn benen een enorme penis. Grote hilariteit!!
Op de parking van Volubilis drinken we een bakske. Toch handig als je je eigen restaurant aan boord hebt.
En dan gaan we voor een tochtje door het Zarhounmassief, een grote keten van heuvels aan de zuidkant van het Rifgebergte. De heuvels bestaan voornamelijk uit klei en mergel en aan water is er geen gebrek. Vruchtbaar, maar ook heel gevoelig voor erosie. Op enkele plekken zijn door erosie kloven, pieken en kliffen van hardere kalksteen tevoorschijn gekomen. Daarop zijn dorpjes gebouwd, zoals bijvoorbeeld Moulay Idriss. De tocht is prachtig, de wegen slecht. Het zwart van onze bus is niet meer te zien.

Dinsdag, 12 januari
9.30 uur. De ochtenddrukte van Meknès ligt achter ons. We rijden op de N6 naar het westen. Het is heerlijk weer en we zijn op weg naar Khemmisset. Daar wordt volgens onze gids op dinsdag een grote landbouwmarkt gehouden. We rijden door een rijke landbouwstreek. Het graan komt net uit en legt al een groene waas over eindeloze akkers. Een enkel armoedig dorpje waar weinig van de opbrengst terecht komt. Olijven, fruit, en hoe hypocriet wil je het hebben, wijngaarden!!
Khemmisset werd gesticht in 1924 op de plaats van een militaire buitenpost op de route van Meknès naar Rabat. Nu is het een flinke provinciestad met zo’n 90.000 inwoners. Met de markt komen mensen uit de omgeving naar een plek waar voor een dag tenten worden opgebouwd. De goederen worden uitgestald volgens een patroon dat overeenkomt met de indeling van een medina: in het midden kleding, stoffen en huishoudelijke artikelen, daar omheen manden, tapijten en dekens en aan de buitenkant 2e handsjes, etenswaren en handwerklieden. In aparte hoeken wordt ook levende have verhandeld. De markt van Khemmisset ligt aan de rand van de stad. Er staan zo’n 1900 “tenten”. Het krioelt er van de mensen. Honderden paarden-taxi’s rijden af en aan. Dock’s, ezels, handkarren, taxi’s en één vuil busje uit Nederland. We hebben al op plaatsen rondgekeken, maar dit is een schouwspel: hier staat ons westerse verstand bij stil. Vooral waar het vlees, de vis en de groenten worden verkocht is het onbegrijpelijk smerig. Broodkarren, melkverkopers, kookkruiden, medicinale kruiden, wondermiddeltjes. Vliegen, drek. Er wordt gebakken en gegeten en er wordt massaal gekocht.
We vallen op. Mensen spreken ons aan en hebben nauwelijks bezwaar als we een foto willen maken. We vinden het een belevenis. En dan te weten dat er in Marokko wekelijks zo’n 850 plattelandssoeks zijn! Rond het middaggebed loopt de markt leeg. Tussen het gekrioel van allerlei vreemdsoortige vervoermiddelen laveren we naar de A2, de tolweg terug naar Meknès.
Terug op de camping is het ernstig bakskestijd. Want hoe we ook hebben genoten op de markt, we hebben ons niet gewaagd aan eten of drinken.
En dan moeten we toch maar eens in de weer met het kuisen van de bus. Vanonder de klei komt een spic & span zwart busje tevoorschijn én een flinke scheur in de voorruit. Sodeju! Vlak boven het stuur. Tja, daar moeten we dus wat mee. Rien informeert bij Achmed naar een Renaultgarage. Nou is Achmed een lieverd, maar hij weet niet zoveel van wat er buiten de camping te koop is. Hij stuurt de grote baas langs en die gaat kijken of hij voor ons een nieuwe ruit kan regelen.

Woensdag, 13 januari
Rond half elf zou de baas ons bellen over wat hij voor ons heeft kunnen regelen. Klokslag half elf, dus! Hij heeft een Marokkaans car-glas bedrijf geraadpleegd. Die willen eerst de scheur beoordelen. We rijden naar Meknès. Bij het eerste stoplicht in de stad wacht de baas en rijdt ons voor naar het bedrijf. De scheur kan niet worden gelijmd. Er moet een nieuwe ruit worden besteld. 200 dirham aanbetalen. We spreken af voor morgen 9.00 uur. Het gaat 1200 dirham kosten, ongeveer €115,-. We denken dat het een zeer beschaafde prijs is. We rijden de route nog een keertje zodat we morgen niet hoeven te zoeken.
We gaan terug naar de camping en eten onze fruitjes lekker in het zonnetje. Dan ordenen we de boel onder de klep en sporen met het boodschappenlijstje naar de Carrefour. We zien de scheur heel langzaam verder groeien.

Donderdag, 14 januari
Om 8.00 uur zijn we al op weg naar Meknés en we zijn ruim op tijd bij “El Houda Glace auto”. De zon schijnt al en terwijl de ruit wordt vervangen wachten wij op een bankje en lopen wat rond in de buurt. Alles is namelijk beter dan tussen Marokkaanse kerels in een garage rondhangen.
10.00 uur. We gaan eens kijken hoe ver het staat. Nog effe, en nog allerlei geregel voor de verzekering. De campingbaas komt nog even zien of alles goed geregeld is. Super sympathiek!
11.00 uur rijden we terug naar de camping met een piekfijne voorruit waar nog nooit iemand doorheen gekeken heeft. Das geregeld. We hebben een bakske verdiend.
Dan gaan we met busje 15 naar de stad. Zo’n eerste keer met het openbaar vervoer is altijd een expeditie. De prijs is 5 dirham per ritje, 50 eurocent. Busje is gammel, vuil en het stinkt, maar iedereen kan altijd mee. Dus een perfecte voorziening. Het eindstation is vlak bij Bab Mansour, de belangrijkste poort van de medina.
Effe wat over Meknès: de oude wijken van Meknès staan op de werelderfgoedlijst. In de 10e eeuw vestigden Berbers van de Meknassa stam zich hier op de vruchtbare oevers van de Boufekrane rivier. Pas onder Moulay Ismaïl, die in 1672 aan het bewind kwam, groeide Meknès uit tot een koningsstad. Ismaïl was een geniale tiran, die alle dwarsliggers uitmoordde. Hij regeerde 55 jaar en in die tijd sloopte hij het verleden en bouwde op de westoever van de rivier een eigen nieuwe hoofdstad: Meknès. Dankzij slaven, krijgsgevangenen en ”christenhonden” verschenen nieuwe paleizen, moskeeën, tuinen, fonteinen, terrassen, okergele stadsmuren, monumentale poorten, enorme stallen, arsenalen en een harem die hem, volgens de verhalen, zo’n 700 zonen schonk. In de 19e eeuw groeide er op de oostelijke oever een “Ville Nouvelle”. Nu is Meknès met ruim 900.000 inwoners de 5e grootste stad van Marokko. Van de Ville Nouvelle hebben we noodgedwongen, inmiddels genoeg gezien en nu gaan we kijken in de oude stad.
De hele medina is omgeven met enorme muren. Ze zijn zo’n 45 km lang en soms wel 4 meter breed. Poorten geven toegang tot de vesting en de verschillende wijken binnen de vesting. We zien de grootste en mooiste poort, de Bab Mansour, die als een triomfboog voor de koningsstad staat. Achter de poort ligt Place Lalla, een plein vol gidsen en koetsjes die met je door de medina willen. Achter het plein ligt de koningsstad en het mausoleum van Moulay Ismaïl. Dat stuk gaan we morgen bekijken.
Vandaag lopen we naar Place Hedim, een enorm ommuurd plein met over de lengte van de muur een galerij met groene afdakjes. Aan de linker kant van het plein zijn een boel restaurantjes en een levensmiddelenmarkt. Aan de noordkant ligt het Musée Dar Jamaï, het museum voor Marokkaanse kunstnijverheid. Het is gevestigd in een paleis uit 1882 dat is gebouwd door grootvizier Mohammed Balarbi el-Jamaï. De authentieke vertrekken van het paleis zijn gerenoveerd en liggen rond een binnentuin. De collectie omvat beschilderd houtsnijwerk, aardewerk, tapijten, borduurwerk, kaftans en gordels, sieraden en damasceerwerk. Op de bovenverdieping is een traditionele Marokkaanse stijlkamer ingericht. Een mooie collectie en wat een optrekje!! We zijn de enige bezoekers en de gids vindt het helemaal grappig dat we ons hier wel kunnen zien wonen. Wat denk je van een Nederlandse Sultan met een Westerse Fatima!
We lopen de Rue Sekakine in, een superdrukke markt met vooral traditionele kleding en huishoudelijke artikelen.
We willen voor het donker terug zijn op de camping en dan moeten we nu toch zien dat we busje 15 weer vinden. Het werkt allemaal prima en we kijken tevreden terug op vandaag.

Vrijdag 15 januari
Oei, tis ander weer vandaag. Grijs en windereig. Scheelt wel 10ᵒ met vorige dagen. Weer voor een jas en misschien ook wel voor een plu.
Vandaag is het vrijdag, de dag die aan Allah is gewijd. Van 12.30 uur tot 15.00 uur is alles gesloten en gaan de mensen naar de moskee voor het middaggebed.
Wij willen vandaag gaan kijken bij de gevangenis van de “christenhonden”, bij het mausoleum Van Moulay Ismaïl en bij de koninklijke golfbaan. Tijdens het middaggebed willen we de Boufekrane opzoeken. Op de kaart lijkt het een flinke rivier, maar we hebben haar nog nergens gezien.
Vandaag gaan we met busje 8. Net zo bar en net zo praktisch.
We vinden al snel de gevangenis met annex het paviljoen van de ambassadeurs. Daar ontving de sultan buitenlandse vertegenwoordigers. Vandaag is het niet meer dan een kale ruimte met een groot portret van de koning.
Aan de muur van een groot plein met luchtkokers ligt de trap naar de beruchte gevangenis. De verhalen over deze imposante ondergrondse gewelven zijn niet eenduidig. Er zouden hier duizenden gevangenen hebben geleefd die werden ingezet bij de bouw van de stad. Maar niets wijst daarop. De ruimte lijkt wel heel erg op de vele graansilo’s en er wordt verondersteld dat dit er ook een is.
We gaan kijken op de koninklijke golfbaan. Een enorm strak geschoren park waar druk onderhoud wordt gepleegd. We mogen “een blik werpen”.
En dan het mausoleum: hierin liggen de graven van Moulay Ismaïl, zijn echtgenote en twee van zijn afstammelingen. Het is een van de weinige mausolea waar niet-moslims in mogen. We hebben er echter niet op gerekend dat er op vrijdag tot 3 uur alleen moslims in mogen. Dus gaan we nu eerst op zoek naar de rivier. Die vinden we net buiten Bab Bou Ameir, een poort in de oostelijke muur van de medina. De rivier is niet meer dan een slootje. De brede bedding is helemaal ingevuld met allerlei gebouwen en groentetuintjes. De brug brengt ons bij Carrefour Bou Ameir, het centrale verkeersplein van de stad. Aan de overkant is een Mac en dan moeten we echt eerst een vette hap. Zo’n zin in frites!
We gaan terug naar de koningsstad. Door de Bab Er Rih komen we in een lange straat met aan weerskanten muren. Langs de muur van de koningsstad staan wachthuisjes die worden bemand met 2 militairen. We ronden het complex en komen bij het bassin de L’Agdal, dat vroeger voor de watervoorziening werd gebruikt.
Inmiddels regent het pijpenstelen. Het is bijna 3 uur en we kiezen nu voor een bezoek aan het mausoleum. Het gebouw dateert uit 1703. Door een poort komen we op een open binnenplein en via enkele kleinere binnenpleintjes komen we bij het mausoleum. Een mooie stenen ingang. Voor we binnengaan doen we de schoenen uit. We komen in de gebedshal met matten op de grond waar gelovigen kunnen bidden voor ze de grafkamer binnengaan. In de grafkamer zijn 3 vertrekken. Een prachtige binnenplaats met een fontein en 12 zuilen. In de twee vertrekken rechts liggen dan de graven. We vinden het bijzonder dat we hier kunnen zien hoe zo’n mausoleum eruit ziet.
En dan hebben we genoeg van de regen en de kou. We gaan terug naar de camping. Busje 15 is stampvol met dampende mensen en de regen zeikt binnen door de kapotte dakramen. Hoe dan ook: het blijft een praktische voorziening.

Zaterdag, 16 januari
10.00 uur. Strak blauwe lucht. Volop zon. We zijn op weg naar Fès, de grote broer van Meknès. Met de N13 sporen we dwars door de zaterdagdrukte van “La Nouvelle” naar de tolweg. Voor onze schone bus vandaag nog maar effe geen blubberige binnenlanden. Het is 78 kilometer naar Fès, een afstandje van niks. Langs de weg draait hier alles om fruit, olijven en wijn.
Daar komt Fès al. Einde tolweg. 20 dirham, €2,-.
Chique witte buitenwijken. Er wordt hier gebouwd dat het een lieve lust is.
En daar is ook al de camping. “Diamant Vert”. Maar eens zien waar we nu terecht zijn gekomen.

  • 18 Januari 2016 - 13:51

    Piet En Jeanne:

    Corry en Rien,
    Nogmaals hier wij uit Waspik. Fijn te lezen dat jullie zo genieten. Mooie foto's geven goed de sfeer weer.
    Opnieuw groetjes, Piet en Jeanne

  • 18 Januari 2016 - 15:02

    Huub Van De Wiel:

    Ik kreeg verslag 2 en 3 vandaag 18-1-2016 binnen en heb ze weer met belangstelling gelezen en de foto's bekeken. Fijn te lezen dat het allemaal relaxt gaat, het overwegend goed weer is, en jullie vriendelijk worden bejegend. De foto's geven een beeld van jullie beschrijvingen. Soms mooi soms troosteloos primitief. Voor onze begrippen dan! Goedkoop zo'n voorruit daar. Als ze dat hier maar geloven.
    Fijne voortzetting van jullie vakantie en tot het volgend verslag.
    De hartelijke groeten van ons, Huub en Els.

  • 18 Januari 2016 - 17:01

    Diny:

    Weer een mooi verslag, zo zijn we er toch een beetje bij als jullie Marokko doorkruisen, wel zo prettig!!
    Blijf er heerlijk van genieten samen!

    Lieve groet uit Drunen
    Henk en Diny

  • 18 Januari 2016 - 19:18

    Tini & Wilhelmien:

    Hè Corrie en Rien

    Fijn te lezen dat jullie het goed naar de zin hebben
    Laat je niet beet nemen door de gidsen

  • 18 Januari 2016 - 20:37

    De Timmersclan:

    Lieve Corry en Rien

    Grappig, ik zeg gisteren tegen Paul: hoe zou het toch met Cor en Rien zijn en zie...twee verslagen. Goede timing.
    Wat geweldig leuk om te lezen,. mooi dat jullie weerstand een beetje opgekrikt wordt daar. Herkenbaar hoe de infrastructuur en de opdringerige gidsen, dat wordt nog erger in Fes en Marakech schatten wij in. Ook wel fijn dat ze er zijn, je verdwaalt! Ook de armoede in de dorpjes in het RIF gebergte is heel herkenbaar, en shocking in deze tijd van westerse weelde.
    Ben benieuwd hoe jullie Fes gaan ervaren, buiten de medina is een mooie ruine daar en een nog mooiere begraafplaats.
    Laat je niet afzetten ;) en veel plezier!

    xxx
    Paul en Renske en de bups



  • 19 Januari 2016 - 11:50

    Nel Koornneef:

    Hallo CorenRien,

    Leuke verslagen, ik heb er zelfs de atlas bijgepakt, dan wordt het allemaal wat duidelijker.
    Als het regent krijg je wel heimwee naar BoZ zeker, Cor?
    Lieve groeten van ons.

  • 22 Januari 2016 - 23:56

    Marjan & Rob:

    Hallo Corrie en Rien, gezellig om jullie verslagen weer te lezen, leuk hoor . Het is wel weer een nieuwe en andere ervaring voor jullie. Mooie foto's . Kijken uit naar het vervolg. Hier gaat het zijn gangetje en we hebben alweer zin in de lente ! Lieve groet Rob en Marjan

  • 25 Januari 2016 - 21:56

    Nicole En Co:

    Ha die schatten!
    Hier dan eindelijk een reactie uit Rosmalen. Ik gebruik dit mailadres niet meer zo vaak en bedacht ineens dat ik nog steeds niets had vernomen, hahahahaha... maar niets is minder waar!
    Ik ben ff door jullie foto's gescrold en het ziet er prachtig uit.
    Geniet nog even van elkaar. Hier alles oke!
    Dikke zoen van mij en de rest,
    Nicole

  • 27 Januari 2016 - 15:23

    Ton En Eli:

    Lieve Corrie en Rien

    Wat fijn dat jullie het zo goed naar jullie zin hebben.
    Weer genoten van jouw leuke beschrijving .
    Nog heel veel plezier en weer tot jullie reisbeschrijving.
    Lieve groeten van Ton en Eli

  • 29 Januari 2016 - 20:04

    Peter En Lianne:

    Hoi Corrie en Rien,

    Inmiddels alle verslagen gelezen en wat herkennen we veel van jullie verhalen. Een land met vele verschillen. Geniet ervan, wij smullen van jullie verhalen en foto's..

    Liefs Peter en Lianne

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Marokko, Kenitra

Actief sinds 05 Dec. 2011
Verslag gelezen: 468
Totaal aantal bezoekers 38513

Voorgaande reizen:

10 December 2015 - 15 Maart 2016

Rien en Corry op zoek naar Marokko

21 December 2014 - 20 Maart 2015

Rien en Corry doen een rondje Italie

10 December 2013 - 10 Maart 2014

Rien en Corry in Zuid-Afrika

12 December 2012 - 01 April 2013

Toch weer met de caravan op pad

Landen bezocht: